Ondanks alle voortekenen komen er er vijf fietsers opdagen voor een ritje in de blubber en troep. Aanwezig het complete bestuur, jongste lid Martijn en snelle man Hans. We kiezen ervoor om niet te ver van de stad weg te gaan ingeval de verachte bui losbarst.
Onderweg is het lekker vies, de slijk spettert mooi in het rond en binnen no time ziet iedereen eruit als een ouderwetse sproetenkop. De fietsen zien er uit alsof er zojuist een fikse veldrit opzit en de eerste (en gelukkig enige) lekke band is er al na 20 kilometers. Twee banden kost het als er iets in het ventiel van de band van Voorzitter Rudi afbreekt.
Het Tour de France moment is als we een weggetje inslaan en de spoorbomen dicht zitten, schijnbaar zonder enige reden. Wouter aarzelt geen moment en doet de bomen open. We volgen echter niet en gebruiken de tijd om een banaantje te eten, commentaar te leveren of om foto's te maken. In het overwegwachtershuisje, nog geen 400 meter verderop, gaan vermoedelijk alle alarmbellen rinkelen bij het zien van deze aktie. Met een klik schieten de bomen in het slot en zijn niet meer te vermurwen, uiteindelijk besluiten we om te keren en een ander punt te vinden. Minuten later zien we in de verte een treintje langstuffen.
Dankzij de lekke band is de tocht niet zo lang als normaal, maar in ieder geval is er gereden. Volgende week beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten